Geschiedenis
De Podenco Ibicenco is een zeer oud ras, nog een echte 'oerhond'. Hij stamt volgens de meest gangbare theorieën af van de Tesem, een halfwilde pariahond die in en rond de Egyptische dorpen leefde, en deze wederom van Noord Afrikaanse Windhonden. Uit oude afbeeldingen blijkt dat de Egyptenaren reeds meer dan 3.000 jaar geleden deze hond voor de lange jacht gebruikten.
Er werden ook gemummificeerde honden aangetroffen die een schofthoogte hadden van 56 cm. |
De Tesem is afgebeeld op muurschilderingen in o.a. het graf van de Egyptische Farao Toetanchamon (rond 1300 v. Chr.) Hij was de zeer gewaardeerde hond van de edelen en vorsten, zoals uit veel afbeeldingen blijkt, o.a. uit de tijd van Amenemhet I. Hij wordt afgebeeld als jachthond, maar ook als hoeder/bewaker van de kudde. Deze hond lijkt al veel op onze huidige Podenco: een gestroomlijnd lichaam met opgetrokken buik en grote staande oren. De Tesem werd zelfs het symbool voor de dodengod Anoebis, die op dezelfde wijze werd afgebeeld.
Deze honden werden - naar men aanneemt - in groten getale gehouden door o.a. de Phoeniciërs die voornamelijk de handel in het Middellandse Zeegebied beheersten, en hadden toen ook nog taken die uiteenliepen van jachthond en kuddehoeder tot waakhond. In de 8e en 9e eeuw n. Chr. werd de toenmalige Pharaohond door de handelsschepen van de Phoeniciërs en Carthagen verspreid in het Middellandse Zeegebied. De honden kwamen terecht op Malta, Sicilië, Mallorca, Menorca, Ibiza, Formentera en het vaste land van Spanje en Portugal.
Op de eilanden ontstonden in de loop van de tijd verschillende rassen met verschillende benamingen die vele eeuwen lang vrij zuiver bleven omdat er door de geïsoleerde ligging van die eilanden praktisch geen vermenging met andere rassen kon plaatsvinden.
Op Ibiza ontstond de Podenco Ibicenco; op Malta de Pharaohond, ook Kelb-tal-Fennek genaamd; op Sicilië de Cirneco dell'Etna; op de Canarische eilanden de Podenco Canario; in Portugal de Podengo Portuguès.
Al ligt er nog veel in het duister omtrent het ontstaan van de Podenco, vast staat dat het een zeer oud ras is dat in de loop van de eeuwen qua uiterlijk en karakter maar weinig veranderd is.
In 1911 werd de Podenco Ibicenco officieel als ras erkend. Rond 1930 namen Engelsen Pharaohonden mee van Malta, dat toentertijd Engels grondgebied was; en de honden werden in Engeland tentoongesteld. De belangstelling voor deze hond was echter matig. Pas in de zestiger jaren groeide deze en was er ook belangstelling uit Amerika en Duitsland.
Nog steeds komt de Podenco in al zijn vormen in West-Europa weinig voor, zoals eenieder zal weten die met een hond van dit ras samenleeft.
Deze honden werden - naar men aanneemt - in groten getale gehouden door o.a. de Phoeniciërs die voornamelijk de handel in het Middellandse Zeegebied beheersten, en hadden toen ook nog taken die uiteenliepen van jachthond en kuddehoeder tot waakhond. In de 8e en 9e eeuw n. Chr. werd de toenmalige Pharaohond door de handelsschepen van de Phoeniciërs en Carthagen verspreid in het Middellandse Zeegebied. De honden kwamen terecht op Malta, Sicilië, Mallorca, Menorca, Ibiza, Formentera en het vaste land van Spanje en Portugal.
Op de eilanden ontstonden in de loop van de tijd verschillende rassen met verschillende benamingen die vele eeuwen lang vrij zuiver bleven omdat er door de geïsoleerde ligging van die eilanden praktisch geen vermenging met andere rassen kon plaatsvinden.
Op Ibiza ontstond de Podenco Ibicenco; op Malta de Pharaohond, ook Kelb-tal-Fennek genaamd; op Sicilië de Cirneco dell'Etna; op de Canarische eilanden de Podenco Canario; in Portugal de Podengo Portuguès.
Al ligt er nog veel in het duister omtrent het ontstaan van de Podenco, vast staat dat het een zeer oud ras is dat in de loop van de eeuwen qua uiterlijk en karakter maar weinig veranderd is.
In 1911 werd de Podenco Ibicenco officieel als ras erkend. Rond 1930 namen Engelsen Pharaohonden mee van Malta, dat toentertijd Engels grondgebied was; en de honden werden in Engeland tentoongesteld. De belangstelling voor deze hond was echter matig. Pas in de zestiger jaren groeide deze en was er ook belangstelling uit Amerika en Duitsland.
Nog steeds komt de Podenco in al zijn vormen in West-Europa weinig voor, zoals eenieder zal weten die met een hond van dit ras samenleeft.
Foto's: Volker Heitz; foto rechts boven uit M.V. Seton-Williams: 'Het goud van Toetanchamon'